13 okt 2019

Artikel: Wordt Justitie sluipend Vlaams?

0 Comment

Boudewijn BouckaertStap voor stap krijgt Vlaanderen zijn eigen justitie. Dat krijgt met Zuhal Demir meteen voor het eerst een ‘smoel’.

(Deze boekbespreking van Libera!-voorzitter Boudewijn Bouckaert werd oorspronkelijk op 11 oktober 2019 gepubliceerd op de website Doorbraak.be.)

We hebben een Vlaams minister van Justitie, mevrouw Zuhal Demir. Of ze daar zo blij mee is, mogen we betwijfelen. Als seculiere Vlaming met allochtone ‘roots’ had men haar beter op Inburgering gezet. Dit gaat nu naar Bart Somers die bestendig zijn bevoegdheid herdoopt tot ‘Samenleven’. Hopelijk wordt het geen departement van ‘Samenzweren’ tegen het centrumrechtse beleid van de Vlaamse regering. De antineutraliteitsuitspraken van zijn poulain Sihame El Kaouakibi beloven alvast niet veel goeds.

Voor wie misschien valse hoop koestert, een Vlaams Justitieminister hebben betekent helemaal niet dat Justitie Vlaams wordt. Aangezien Justitie noch in de Grondwet, noch in de bijzondere wetten werd toegewezen aan Gemeenschappen of Gewesten blijft deze bevoegdheid principieel federaal. Alles wat niet aan gemeenschappen of gewesten is toegewezen blijft immers federaal. In het fameuze artikel 35 van de Grondwet wordt wel het omgekeerde gezegd, maar er wordt tevens in gezegd dat zolang er geen lijst komt met de exclusieve federale bevoegdheden, alles blijft zoals het is.

Vlaamse borrelnootjes

En toch knabbelt Vlaanderen blijkbaar aan de Belgische Justitie. Hoe is dit wonder mogelijk? Om dit wat begrijpelijker te maken koppel ik terug naar een belangrijk onderscheid, dat ik reeds eerder maakte in mijn Doorbraak-column over activistische rechters. Justitie heeft in de eerste plaats betrekking op de regels die gelden voor het gedrag van burgers en ondernemingen onderling en het beslechten van conflicten in deze relaties. Deze regels vindt men in wetgeving en codificaties van het burgerlijk recht, het ondernemingsrecht, het arbeidsrecht, het strafrecht, het gerechtelijk recht, het strafvorderingsrecht, het internationaal privaatrecht. Dit alles blijft grosso modo netjes federaal. Toch hebben de staatshervormende bricoleurs een aantal gaatjes gevonden in dit federale fort. Zo is de wetgeving inzake huishuur vervlaamst en dus in een decreet gegoten, omdat dit aanleunt bij het woonbeleid. Zo is het jeugddelinquentierecht vervlaamst omdat jongeren in principe niet onderworpen worden aan echte straffen maar aan ‘maatregelen’ (bv. opname in jeugdinstellingen) wat meer aansluit bij de persoonsgebonden sociale beleidsbevoegdheid van Vlaanderen. Zo zijn de Justitiehuizen, die de burgers vooral eerstelijnsinformatie geven, vervlaamst omdat dit ook eerder aansluit bij de sociale beleidsbevoegdheid van Vlaanderen.

Vlaamse bestuursrechtspraak

Deze justitiële borrelnootjes vormen echter niet de hoofdmoot van Zuhal Demirs justitiezakje. Sinds de tweede helft van de vorige eeuw werd de Belgische rechtstaat versterkt met een nieuwe poot, het rechterlijk toezicht op de uitvoerende macht. De Raad Van State kreeg de bevoegdheid om de besluiten van de Belgische regering, en later ook van de deelstaatregeringen, te toetsen aan wet- en decreetgeving. Er werd, zoals ik in een eerdere column vermeldde, een ‘juge du gouvernement’ ingesteld. Door de opeenvolgende staatshervormingen verwierf Vlaanderen een hele reeks belangrijke bevoegdheden, die op wetgevend vlak via Decreten, en op uitvoerend vlak via Besluiten van de Vlaamse regering (BVR) werden uitgeoefend.

Zo zijn er de bevoegdheden onderwijs, ruimtelijke ordening, milieubeleid, welzijn, mobiliteit, economische beleid, enzovoort. De ‘Belgische’ Raad van State kreeg bijgevolg meer en meer te maken met zaken waarin besluiten van gemeenschaps- en gewestregeringen moesten getoetst worden aan (Vlaamse, Waalse, Franse gemeenschaps-) Decreten en Brusselse Ordonnanties. In deze zaken komen er dus geen Belgische wetgeving noch Belgische uitvoeringsbesluiten meer aan te pas. Deze situatie heeft in Vlaanderen de bekoring doen ontstaan om eigen instellingen inzake bestuursrechtspraak te ontwikkelen. Waarom Vlaamse uitvoeringsbesluiten laten toetsen aan Vlaamse wetgeving door een Belgische instelling zoals de Raad van State? Deze bekoring werd des te sterker naargelang Vlaanderen in zijn bevoegdheidsdomeinen ( zijn ‘contentieux’) meer en meer eigen beleidsaccenten ging leggen. Bijgevolg zagen verschillende Vlaamse instellingen met een bestuursrechtelijke bevoegdheid het licht. Er is de Raad voor Vergunningsbetwistingen die de beslissingen van lagere besturen inzake stedenbouwkundige vergunningen toetst aan de decreetgeving. Er is (was) het Milieuhandhavingscollege dat de beslissingen inzake sanctionering van de milieudecreetgeving toetst. Deze instelling werd herdoopt tot Handhavingscollege ‘tout court’ omwille van de fusie van milieu- en stedenbouwkundige vergunningen tot omgevingsvergunning. Er is de Raad voor Verkiezingsbetwistingen dat beslissingen inzake de geldigheid van lokale verkiezingen toetst. Er is de Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen dat de geldigheid van beslissingen omtrent leerlingen en studenten (slagen, niet-slagen, clausulering, enzovoort) toetst.

Deze instellingen zijn niet zomaar de zoveelste adviescommissie naast de vele andere. Het zijn echte bestuursrechtelijke rechtbanken, die men niet zomaar kan passeren. Wil men bijvoorbeeld beroep instellen tegen de weigering van een omgevingsvergunning dan moet dit voorgelegd worden aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Tegen de beslissing (‘arrest’) van dit laatste orgaan kan weliswaar nog beroep ingesteld worden bij de Belgische Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak. Deze laatste instelling heeft echter in deze gevallen slechts een ‘cassatiebevoegdheid’, zij oordeelt dus niet meer over de feitelijke grond van de zaak maar ziet toe of er geen procedures, wetten of decreten zijn geschonden. Kortom, de instelling van Vlaamse bestuursrechtelijke rechtbanken, heeft wel degelijk een stuk bevoegdheid van de Belgische Raad van State weggevreten.

Met stukjes en brokjes eigent Vlaanderen zich langzaam de bestuursrechtpraak omtrent zijn eigen bevoegdheden toe en herleidt het de Belgische bestuursrechtspraak tot een ‘laatstelijnse’ formele controle. Dat Vlaanderen hier vooroploopt vergeleken met de andere deelstaten, laat zich lezen in de cijfers: de Raad van State behandelt veel meer Vlaamse, nl. 74, dan Franstalige zaken in cassatie, nl. 12, (zie jaarrapport Raad van State 2017-2018) terwijl het totaal aantal Franstalige zaken (1433) voor de Raad van State hoger ligt dan de Vlaamse (1214). Veel Vlaamse bestuursrechtelijke geschillen werden immers reeds ten gronde beslecht door de Vlaamse rechtbanken.

Kladderadatsch of muizenstapjes?

Hoe moet het verder? We kunnen hopen op een confederale ‘kladderadatsch’ waarbij in artikel 35 van de Grondwet bepaald wordt welke stukken justitie federaal blijven en wat naar de deelstaten gaat. Dat zou de logica zelf zijn. Vermits de Franstalige politici nog geen kennis hebben genomen van het verschijnen van Organon, 2500 jaar geleden, waarin Aristoteles de beginselen van de logica uiteenzet, zal het bij knabbelen en muizenstapjes blijven. Het Vlaamse regeerakkoord voorziet al zo een muizenstapje: de Raad voor Vergunningsbetwistingen wordt ook bevoegd voor beroepen tegen ruimtelijke plannen.

Een verder, maar groter muizenstapje zou kunnen zijn dat alle bestuursrechtspraak inzake Vlaamse bevoegdheden van de Belgische Raad van State worden overgeheveld naar een samengevoegde Vlaamse Raad van State. Mijn belgofiele collega Dave Sinardet hoeft hiervan niet badend in het zweet wakker te worden. Dit is een logische stap die kadert in een normaal federaal kader. Wat het verdere justitieel beleid betreft zou het beheer en de financiering van alle hoven en rechtbanken in Vlaanderen onder een Vlaamse justitie kunnen ondergebracht worden. De hoven en rechtbanken in Brussel worden best verder opgesplitst. Deze defederalisering van beheer en financiering van rechtbanken en hoven staat niet in de weg dat in alle rechtbanken dezelfde rechtsregels en procedures worden toegepast. Of dit laatste ook moet opgesplitst worden is minder evident en valt niet onder de muizenstapjes.

We kunnen alvast de vermelde muizenstapjes zetten zonder veel revolutionair geweld. ‘Where freedom broadens down from precedent to precedent’ schreef Tennisson over het ‘common law’ in Engeland. Misschien is dit ‘mutatis mutandis’ ook toepasselijk op Vlaanderen dat van muizenstap naar muizenstap zijn eigen justitie verwerft.

[top]