10 mei 2019

Artikel: Drie eenvoudige punten voor verkiezingen

0 Comment

Maak het loon van ministers afhankelijk van de gezondheid van de begroting. Focus op de kerntaken van de overheid. Laat burgers en bedrijven zelf beslissen over hun geld. Die voorstellen verschillen van andere omdat ze geld opbrengen, ons groeipotentieel versterken én zorgen voor meer welvaart.

(Artikel door Peter De Keyzer, hoofdeconoom van Growth Inc. en laureaat van de Prijs voor de Vrijheid 2014, zoals gepubliceerd in De Tijd van 10 mei 2019.)

De verkiezingscampagne is van een ondraaglijke lichtheid. Elke dag regent het nieuwe voorstellen, ideetjes en plannen. Honderden kilometers nieuwe fietspaden, lagere pensioenleeftijd, hoger pensioen, gratis doktersbezoek of nieuwe fiscale aftrekken. Hoe meer beloftes, hoe liever. Alle partijen zijn vandaag geld aan het uitgeven dat nog niet eens is verdiend. Meer nog, zelfs zonder al die nieuwe plannen komt de overheid niet rond met het geld dat ze ophaalt. Budgettair sérieux is dan ook de grote afwezige in de huidige verkiezingscampagne.

De doorrekening van de verschillende partijprogramma’s brengt weinig soelaas. Geen enkele partij geeft aan hoe ze het begrotingstekort wil wegwerken, laat staan hoe ze de overheidsschuld wil afbouwen. Geloof me, binnen enkele jaren kijken we bijzonder bitter terug op die hallucinante vertoning.

Als de rente stijgt, als de economie stilvalt of als een internationale crisis toeslaat. Dan zullen we ons voor de kop slaan dat we ons niet voorbereid hebben op moeilijker tijden toen het nog kon.

Sta me toe zelf drie voorstellen te doen. Laat me beginnen met het enige voorstel dat me deze verkiezingscampagne echt is bijgebleven: maak het loon van ministers afhankelijk van het begrotingsresultaat. Een tekort op de begroting? Minder loon voor alle leden van de regering.

De huidige regering trof bij haar aantreden een begrotingstekort aan. Ondanks beloftes staat die begroting vandaag nog steeds in het rood. Op geen enkele manier krijgen ministers een financiële prikkel om de begroting in evenwicht te krijgen.

In elk groot bedrijf is minstens een deel van de vergoeding van het management gekoppeld aan financiële resultaten. Het directiecomité van de NV België beheert een omzet van meer dan 200 miljard euro en draait al jaren op rij rond de 10 miljard euro verlies.

Noem mij één bedrijf waar de directie in een dergelijk geval probleemloos zou kunnen blijven zitten. Of waar de directie geen loon zou moeten inleveren. U zal het niet vinden.

Financiële prikkel

Vandaag hebben ministers een inspanningsverbintenis. Laten we dat veranderen in een resultaatsverbintenis. Ministers hoeven zeker niet meer te verdienen dan nu. Maak 30 procent van hun loon variabel. Het vaste bedrag dat ze vandaag ontvangen, zouden ze alleen nog krijgen als de begroting in evenwicht is én de overheidsschuld lager is dan 60 procent van het bbp. Halen ze die twee doelstellingen niet, dan wordt hun loon verlaagd.

Aanbevelingen van de Europese Commissie, IMF, OESO of gewoon gezond verstand hebben duidelijk niet gewerkt om de begroting op orde te krijgen en zo te denken aan toekomstige generaties. Dan helpt een financiële prikkel misschien wel.

Een tweede voorstel is het privatiseren van de belangrijkste overheidsbedrijven zoals Proximus, Belfius en Bpost. In België betalen we topbelastingen en we krijgen er slechts middelmatige dienstverlening voor in ruil. De openbare infrastructuur is bovendien in erbarmelijke staat en er wordt door de overheid veel te weinig geïnvesteerd.

Ziedaar de paradox: de overheid beheert tegelijkertijd ettelijke grote winstgevende bedrijven én lamentabele publieke infrastructuur. Is bankrekeningen of smartphones verkopen echt een kerntaak van de overheid? Of pakjes van Zalando versturen of gebouwen uitbaten?

Privatiseer de belangrijkste overheidsbedrijven en gebruik dat geld om te investeren in nieuwe infrastructuur. Twee vliegen in één klap: de verkoop van de overheidsbedrijven verlaagt de overheidsschuld structureel en vermindert onze financiële kwetsbaarheid. Meer investeringen in infrastructuur verhogen bovendien ons groeipotentieel, trekken nieuwe investeringen aan en zorgen zo automatisch voor een snellere afbouw van de schuld. De overheid moet bruggen, wegen en topinfrastructuur bouwen, geen telefoons of bankrekeningen verkopen.

Onverdedigbaar

Ten slotte moet de belastingdruk dalen tot minstens het gemiddelde niveau binnen de OESO. Vandaag belast de overheid meer dan 50 procent van alle toegevoegde waarde die burgers en bedrijven voortbrengen. Dat is moreel onverdedigbaar. Burgers en bedrijven worden gedwongen om meer dan de helft van hun inkomen af te staan, waarover vervolgens door de collectiviteit wordt beslist. Dat suggereert dat de overheid altijd beter geplaatst is dan burgers om te kiezen waaraan geld besteed moet worden.

In de ranglijst van de meest competitieve en welvarende economieën ter wereld staat België vandaag slechts op plaats 21. Landen als Zwitserland, Nederland, Duitsland en Singapore staan allemaal in de top 10. Allemaal landen met een lagere belastingdruk dan België. We kunnen als land dus veel hoger scoren, zelfs zonder de belastingen te verhogen.

België kan zoveel beter. Burgers, bedrijven en jongeren willen zélf groeien, ondernemen en vooruitgaan. Ze willen zélf het verschil kunnen maken. Ze hebben geen nood aan duizend voorstellen, plannetjes of nieuwe regeltjes. Ze hebben wel nood aan politici die denken op de lange termijn, aan een zuinige en doeltreffende overheid en aan meer vrijheid om hun eigen keuzes te maken.

[top]